Nadat je een LIO-aanvraag hebt ingediend, berekent de LIO-coördinator hoe omvangrijk je lesopdracht is in studiepunten. Dit gebeurt in functie van het aantal lessen dat je geeft tijdens de periode van je aanstelling. Het geven van 10 lessen staat gelijk aan 1 studiepunt. Vervolgens wordt er bekeken hoe deze studiepunten kunnen worden ingezet binnen de praktijkcomponent (stages) van de Educatieve Masteropleiding. De LIO-coördinator bekijkt welke stages kunnen worden gevaloriseerd. Dit hangt sterk samen met de aansluiting tussen het gegeven vak en de opgenomen vakdidactieken. Indien het vak dat je geeft aansluit bij de lesbevoegdheid van de opgenomen vakdidactiek, dan komt ook de groeistage in aanmerking voor valorisatie (zie ook Hoe wordt berekend voor hoeveel studiepunten een lesopdracht kan meetellen binnen de LIO?). Valorisatie betekent niet dat je vrijstelling krijgt voor de stage, maar dat je de stage op een andere manier aflegt, namelijk door gebruik te maken van je lesuren. In plaats van een stagemap, dien je een LIO-groeimap in. De inhoud van de LIO-groeimap bespreek je met je vakdidacticus.
Daarnaast omvatten de studiepunten van ieder stam-, keuze- en profileringsvak een praktijkgedeelte voor 1/3 van de studiepunten. Ook dit deel wordt gevaloriseerd voor de opleidingsonderdelen waarvoor je op het moment van de LIO-baan bent ingeschreven. Dit gebeurt automatisch waardoor de toegekende valorisatie niet altijd even relevant is in het kader van jouw lesopdracht en/of opleidingstraject. De valorisatie van deze praktijkdelen vinden geen neerslag in de LIO-groeimap. Je bespreekt met de titularis van ieder gevaloriseerd opleidingsonderdeel wat de mogelijkheden zijn.
« Ga terug
Powered by Help Desk Software HESK, brought to you by SysAid