Bij bepaalde examenvormen zoals mondelinge examens, presentaties, practica of simulaties bestaat vaak geen of een beperkte schriftelijke neerslag van de studenten. Dergelijke toetssituaties zijn, zowel voor student als docent, achteraf moeilijker te reconstrueren voor feedbackdoeleinden of bij twijfel. Beoordelingsaspecten zoals nuanceringen in mondelinge antwoorden, presentatiestijl of demonstratie van complexe handelingen zijn vaak ook complexer om te documenteren. Een belangrijk instrument is daarom de criterialijst. Criterialijsten kunnen nadien gebruikt worden als leidraad bij het geven van toelichting. De criteria zijn gelinkt aan de competenties (cf. de toetsmatrijs voor validiteit) en er worden gewichten aan toegekend (zie ook tip 42 in ECHO, 2013). Per (sub)criterium wordt dan (kort) genoteerd wat geobserveerd werd of welke antwoordelementen gegeven werden. Het werken met ‘standaarden’ in criterialijsten is ook een waardevolle techniek. Dit betekent dat per criterium aangegeven wordt wanneer een bepaalde score gegeven wordt. Bijvoorbeeld, als een student bepaalde nuances of elementen kan aanbrengen start hij/zij bij een 10/20, verdere nuancering of extra elementen (via bijvragen bv.) kunnen nog x extra punten opleveren. Bij mondelinge toetsing kan eventueel ook gewerkt worden met geluid- en/of beeldopnames. Dit dient op voorhand opgenomen te worden in de cursusinformatie (deze maakt deel uit van de onderwijsregeling waartoe de student zich contractueel heeft verbonden). Op het eerste gezicht kan dit wat geforceerd overkomen, maar doorgaans wordt de aanwezigheid van dergelijke apparatuur al snel vergeten.
« Ga terug
Powered by Help Desk Software HESK, brought to you by SysAid