Meesterproef - Wat houdt de meesterproef in?

Dit is niet van toepassing voor de Master of Laws.

De meesterproef wordt gespreid over beide masterjaren. Er worden 27 studiepunten aan toegekend.

De meesterproef bestaat uit drie onderdelen: onderzoeksvoorstel, stage en thesis.

In het begin van het eerste masterjaar (lesweek 1) is er een inleidend college waar de meesterproef wordt toegelicht door de meesterproefcoördinator.

1. Het onderzoeksvoorstel en introductie tot stage (2000RECMOV/2000RECMOF) (3 stp)

Je start in het eerste masterjaar met de voorbereiding van je thesis. De thesis maakt dan nog geen deel van je studieprogramma uit: je schrijft je in voor het onderzoeksvoorstel via SisA in het eerste masterjaar.

Tijdens de eerste weken van het academiejaar kan je een thesisonderwerp kiezen uit een vooropgestelde lijst of je kan een eigen onderwerp aanbrengen. Na toewijzing van de onderwerpen in november, begin je in samenspraak met je promotor aan de uitwerking van je onderzoeksvoorstel.

Om je te helpen worden er bij de start van het academiejaar ook methodologische colleges gegeven rond het voorbereiden van een onderzoeksvoorstel, rechtsvergelijking, gebruik van juridische databanken, empirisch onderzoek,...

Je kan enkel inschrijven voor het opleidingsonderdeel ‘thesis’, nadat minstens in een voorafgaand jaar het opleidingsonderdeel ‘onderzoeksvoorstel’ werd opgenomen in je studieprogramma.

In het tweede semester volgt er een infosessie over de stage die je opneemt in jouw tweede masterjaar. Je geeft in het tweede semester jouw keuze door voor de stage.

Je mag de stage enkel opnemen wanneer je de bachelor hebt behaald. Voor combinatiestudenten bestaan er dus bijkomende voorwaarden voor het doorgeven van hun keuze, zij schrijven een bijkomende motivatie en hebben expliciet toelating nodig van de studietrajectbegeleiding om de keuze te mogen doorgeven.

2. De stage (2002RECSTA/2002RECSTF) (6 stp)

Met de stage wil de faculteit een brug slaan tussen de universiteit en het beroepenveld. De studenten doen gedurende tien dagen een stage - een juridische ‘exposure’ - in een onderneming, een bestuur, een advocatenkantoor, een rechtbank, enz. In overleg tussen de meesterproefcoördinator en de stagemeester, “mentor” genoemd (een advocaat, magistraat, notaris, parketmagistraat, bankier, verzekeraar, bedrijfsjurist enz.) wordt een stageplanning uitgetekend.
De stage heeft plaats tijdens het tweede masterjaar. Over deze stage maakt de student een stageverslag, dat een bespreking van één oplossingsproces bevat. Dit oplossingsproces betreft bijvoorbeeld een pleitdossier, de oplossing van een geschil in der minne, het onderhandelen en opmaken van een contract, het doorvoeren van een herstructurering, e.d. De student kiest een afgewerkt dossier (met alle documenten en met naleving van het beroepsgeheim).
De stage wordt door de mentor geëvalueerd. Het stageverslag wordt zowel door de mentor als de stagecoördinator geëvalueerd. 

Je mag het opleidingsonderdeel ‘Meesterproef – stage’ pas opnemen indien je in het bezit bent van je bachelor diploma het getuigschrift van het schakelprogramma. 

3. De thesis (2000RECTHE/2000RECTHF) (18 stp)

In je tweede masterjaar neem je de eigenlijke thesis op. Je kan een hoofdstuk in prelectuur bezorgen aan je promotor bij de start van het academiejaar en bij het begin van het tweede semester is er een verplicht overleg waar je de afwerking van je thesis kan bespreken.

Ook tijdens het tweede masterjaar wordt een college ingepland rond de afwerking van de thesis en het voorbereiden van je thesisverdediging.

De verdediging wordt beoordeeld door de promotor en twee assessoren. De verdediging bestaat uit een toelichting over de thesis en het beantwoorden van vragen van de juryleden.

Je kan het meesterproefreglement (Boek II uit de codex Onderxwijs Faculteit Rechten) en extra informatie nalezen via de meesterproefpagina op het studentenportaal.