Als u een student betrapt op een vorm van fraude tijdens het examen (zoals afkijken of het gebruiken van niet toegestane middelen), dient de student hier in eerste instantie op gewezen te worden.
Wat docenten vaak niet weten, is dat studenten steeds het recht hebben om hun examen af te ronden. Als toezichter breekt u het examen dus niet af door de student te verzoeken het lokaal te verlaten, maar wordt nota gemaakt van het voorval en zet de student het examen verder.
Nadien kan dan de geijkte procedure doorlopen worden voor fraude. Als de student het examen niet heeft mogen afronden, kan er namelijk sprake zijn van procedurefouten. Wanneer u fraude of plagiaat vaststelt, informeert u ook zo snel mogelijk de voorzitter van de examencommissie en de facultaire ombudspersoon. De fraudecommissie onderzoekt de feiten en oordeelt of het om fraude of plagiaat gaat. De fraudecommissie deelt binnen 10 kalenderdagen na de melding, haar beslissing mee aan de student.
« Ga terug
Powered by Help Desk Software HESK, brought to you by SysAid